Naakte mens

 

Een dichter is geen heilige, geen mysticus

Het is de wereld die hij liefheeft, niet het lijden

Aan schoonheid, niet aan waarheid wil hij woorden wijden

Hij schuwt het blind gelijk van de fanaticus

 

Maar schoonheid dient hij evenmin als cynicus

Hij mijdt het bijtend woord van wijze ingewijden

Zijn doel is niet te kwetsen, eerder te verblijden

Hooguit de prikkeling van de ironicus

 

Geen knellend harnas en geen wapens om te kwellen

Een naakte mens, zo wil hij door het leven gaan

En altijd maar die drang verhalen te vertellen

 

En wat hij ook vertelt: neem alles van hem aan

Al is hetgeen hij zegt soms moeilijk voor te stellen

Zijn zinnen zijn zijn zin, gun hem zijn dichterswaan

 

Dit vult zijn vol bestaan:

Neem alles wat hij heeft, de woorden van zijn lippen

Verslind wat hij geschreven heeft, laat niets ontglippen

 

˜